Homepage > Documents > Musician Interview

Metropole Orkest musician interview with harp player Joke Schonewille

"We spelen bij elke productie nieuwe muziek. Welk klassiek orkest heeft dat nou?"

Een interview met Joke Schonewille, harpiste in het Metropole Orkest

Vrijdag 4 april 2008, in een solistenkamer in het Muziekcentrum van de Omroep. Harpiste Joke Schonewille vertelt over haar muzikale achtergrond en haar rol in het Metropole Orkest.

Opleiding en achtergrond

De muzikale start voor Joke Schonewille was vrijblijvend op de blokfluit en de Keltische harp. Een vriendin, die zich inschreef voor het Utrechtse conservatorium, bracht haar op het idee voor een professionele muziekopleiding. Het voorbereidende jaar betekende slechts één uur per week studie op de pedaalharp van de school. Pas toen haar ouders thuis ook zo'n instrument aanschaften, werd de harpstudie een serieuze aangelegenheid. Tijdens de studie verrichte ze reeds haar eerste remplaçantenwerk, zowel in klassieke orkesten als bij het Metropole Orkest. Joke: "Ik had nauwelijks een orkestambitie en was veel meer voorbereid op een latere lespraktijk. Maar ik werd gevraagd bij ziekteuitval van anderen. Harp is een zwaar instrument; veel spelers krijgen fysieke klachten. Met name de rug wordt overbelast door het gewicht van de harp, die tegen de schouder drukt. Je zit ook in een instabiele houding, omdat je voeten de pedalen bedienen.[1] Je zit nooit op vaste grond en dus ontbreekt de belangrijke steun van de voeten."

Ze behaalde het diploma uitvoerend musicus en docent in 1986 en bleef invalwerk doen tot ze in 1993 een 50% aanstelling bij het MO kreeg, die vanaf 2007 overging in een volledige baan bij dit orkest. Joke glundert: "Ik raakte langzaam verslaafd aan dit orkest. De afwisseling is enorm; elke keer weer spelen we nieuwe muziek. In principe lees ik alle muziek van blad. Als harpiste moet ik soms wel partijen instantaan aanpassen, omdat er onmogelijke pedaalwisselingen in voorkomen. Ook het afdempen van de snaren wil nog wel eens een punt wezen, omdat wij zulke ritmische en dus sterk gearticuleerde muziek spelen. Dan pluk ik met de ene vinger, terwijl de andere kort daarna de toon dempt. Dus ja, ik moet wel eens iets in een partij wijzigen. Schrijven voor harp is een specialiteit en sommige arrangeurs hebben zich onvoldoende in het instrument verdiept. Het is wel eens zo extreem geweest, dat iemand mij vroeg, waar die pedalen nou voor dienden. Dat komt dan meestal omdat componisten de muziek aan een keyboard hebben bedacht en dan denken, dat alles voor harp kan. Nu, met Vince Mendoza als chef-dirigent, zit het wel snor; die schrijft zeer zorgvuldig voor mijn instrument."

De harp in het Metropole Orkest

Joke licht haar rol bij het orkest toe: "Met mijn instrument vervul ik uiteenlopende rollen: soms ben ik een deel van de percussie, bijvoorbeeld wanneer ik ritmische motieven met de mallets deel. Soms ben ik een begeleider voor een solist en heb daarmee de functie van een piano of gitaar. Maar soms speel ik ook de melodie, bijvoorbeeld gedubbeld met fluit. Of ook wel eens met de saxen en dan regelmatig met een swing feel. Al die secties vereisen een unieke timing en daar moet ik dan flexibel op inspelen."

De dynamiek van de harp blijft een precair onderwerp. "Bij samenspelen met een popgroep gaat de harp vaak verloren. Dat is ook een probleem als de big band van het orkest speelt. Op het in-ear systeem zet ik vaak een mix van het ritme, de strijkers en wat houtblazers, omdat ik daarmee de meeste frases synchroon heb. Als de mix echt een probleem wordt, werk ik ook wel eens met alleen een click-track op mijn oortje. En twee doppen vind ik sowieso erg onplezierig. Dan dempt het volume wel tot zo'n 20 decibel, maar je voelt je ook op een eiland. Verder staat er een scherm achter mij, om het geluid van de saxen enigszins te dempen". Voor de versterking van de harp bij de hardere programma's zit er een microfoon in de klankkast. Joke: "Dat stopt de overspraak vanuit de luidklinkende instrumenten en dat willen de geluidmensen om later een goede mix te kunnen maken. Maar zo'n microfoontje vervormt het geluid. De harp klinkt dan een beetje als een synthesizer en je hoort ook allerlei bijgeluiden van de vingers en de pedaalmechaniek. Bij een zachtere productie, zoals bijvoorbeeld de Burt Bacharach opnames met Trijntje Oosterhuis, staat er een microfoon naast de harp. Dat geeft een veel natuurlijkere klank."

De positie van de harp aan de buitenzijde van het orkest vraagt regelmatig om een gevarentoelage (zie kadertekst). Joke hierover: "Het blijft een kwetsbare positie. Bij een concert zit je altijd op een onhandige plek: naast je staan hete lampen te gloeien, of je zit naast buitendeuren, die open en dicht gaan. Dat vindt de harp niet leuk. En ik ook niet, want dat betekent tussentijds bijstemmen. Regelmatig word ik tijdens het spelen gewurgd door camerasnoeren of aangestoten door achteruitlopende cameramensen. En ik herinner mij een concert met de beroemde arpeggio harpfrases uit de Bloemenwals van Tchaikovsky, waarbij op het moment supreme het licht uitviel. Dan ga je op de automatische piloot en hoopt er het beste van."

Gereedschap en techniek

Joke is van mening dat ze steeds interessantere dingen te doen krijgt. "Het gaat niet zo ver, dat ik op een geprepareerde harp speel of op de klankkast moet kloppen, maar ik krijg een ruime selectie aan technieken op de lessenaar. Het glissando cliché wordt minder gebruikt tegenwoordig. Daarvoor in de plaats komen frequentere flageoletten,[2] of soms ook een partij in akkoordnotatie. Daar moet ik dan wel huiswerk voor doen, maar ik heb geen moeite met uitgebreide jazz-akkoorden. Ik weet echt wel, wat ik met een G13#11 dominant-akkoord moet. Staat een partij toch vol met glissandi, dan gebruik ik een plectrum, anders zit ik binnen de kortste keren met bloedblaren. En ook de standaardaanpak om akkoorden gebroken te spelen, is over: in de muziek van Vince is zorgvuldig genoteerd, wanneer hij gebroken of juist blokakkoorden wil."

Door het vele van blad lezen beschikt Joke over een uitstekende oog-handcoördinatie: "Alleen bij de grote sprongen moet ik nog wel op het instrument kijken. Salzedo houdt in zijn harp-lesboeken nogal een pleidooi voor het grote gebaar in het harpspel. Bij voorkeur met de pinken sterk naar buiten gebogen, maar dat werkt gewoon niet goed bij de muziek van het Metropole Orkest, waar het aankomt op een goede timing en articulatie."

Behalve een instrument heb je voor dit vak ook een diploma wegenwacht nodig. Joke beschikt over een levensreddend assortiment aan hulpmiddelen: "In mijn tas zit altijd een set reservesnaren, want die dingen knappen nog wel eens. Daarnaast een stemsleutel, een schroevendraaier en een nijptang, voor het tussentijds bijstemmen (ik zit regelmatig op de tocht) of het reguleren van het draaimechaniek van de stempedalen. En natuurlijk schaar, plakband en een stofdoek, want zo'n harp moet er toch een beetje knap blijven uitzien bij een live concert of een televisieopname."

Conclusie

Samenvattend, zegt Joke Schonewille over haar positie in het Metropole Orkest: "In dit orkest voel ik me prettig; er heerst een goede atmosfeer en we werken veel losser dan een traditioneel symfonieorkest. Maar we kunnen wel een topprestatie leveren, omdat we een vast omroeporkest zijn, en juist niet een kaartenbakorkest." Op de vraag over een toekomst voor aanstormend harptalent antwoordt ze: "Tja, op zich zijn er veel studenten in opleiding. En die zijn ook erg goed, zoals je kunt zien aan de vele muziekprijzen, die ze ontvangen. Maar er verdwijnt zo veel; er zijn gewoon niet zoveel vaste posities voor harpisten, noch in de orkesten noch op de scholen. Hoewel ik er vroeger nooit bewust naar toe gewerkt heb, prijs ik mij gelukkig met mijn huidige baan in dit orkest. Ik geniet met volle teugen."

Voetnoten

[1] De harp is diatonisch gestemd (Ab, Bb, Cb, enz) en heeft zeven pedalen, drie voor de linkervoet en vier voor rechts. Het indrukken van een pedaal voor een bepaalde groep snaren (bijvoorbeeld Cb) leidt tot het verdraaien van schijfmechanieken, die de snaren over een kortere afstand doen trillen, waardoor ze een halve (C) of een hele toon (C#) hoger klinken. Harpspelen is dus handen- en voetenwerk.

[2] Bij het spelen van een harpflageolet wordt een vinger tegen het midden van de snaar gedrukt. Dan wordt dezelfde snaar verderop geplukt. Het resultaat is een toon, die een oktaaf hoger klinkt dan normaal en die een bijzonder timbre heeft.