Homepage > Documents > Metropole Orkest Weblog 2010

Metropole Orkest blog: news, rehearsal and concert reviews (2010)

Metropole Orkest Weblog 2010

Deze pagina bevat de Metropole Orkest (MO) weblog met concertrecensies en reportages over evenementen van dit omroeporkest.

[For interviews with Metropole Orkest musicians see the Document Library >>]

Maandag 15 november 2010: Ruth Jacott met het MO in A Tribute to Billie Holiday

Zangeres Ruth Jacott presenteert haar CD A Tribute to Billie Holiday in het Rai Theater, Amsterdam, in de vorm van een concert met het Metropole Orkest o.l.v. Michael Abene. De arrangementen zijn van de hand van de dirigent, Maarten van der Grinten, Jan Wessels, Jörg Achim Keller, Henk Huizinga, Jerry van Rooijen en Rob Pronk. De laatste, eminence grise onder de Nederlandse jazz arrangeurs, zit in de zaal. Producent voor het MO is Henk Heijink.

De avond leende zich niet om aantekeningen te maken, dus veel meer dan een playlist levert dat niet op: Goodmorning heartache, Strange fruit, God bless the child, Stormy blues, I'm a fool to want you, The end of a love affair, Ain't nobody's business, You can't lose a broken heart, Lover man, You're my thrill, Laughing at life, Lover come back to me We'll be together, The very thought of you, Stormy weather, en Willow weep for me. M.a.w. een zorgvuldige selectie uit het repertoire van Billie Holiday, in een herkenbaar jazz big band en studio orkest idioom.

De bewerkingen van Michael Abene zijn in rock stijl (met prominent slag- en basgitaar), de overige stukken zijn jazz ballad, medium of up-tempo swing. Solisten waren Paul van der Feen, Marc Scholten en Leo Janssen op saxen, Ruud Breuls op trompet, Bart van Lier op trombone en Hans Vroomans op piano.

De eerste CD werd uitgereikt door Frits Spits, die, net als producent Albert Verlinde, niet alleen deze muzikale productie roemde, maar ook weer eens benadrukte, welke kwaliteiten en culturele waarde het Metropole Orkest vertegenwoordigt.

Woensdag 13 oktober 2010: Het MO repeteert New York Themes

In Studio 5 van het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) zijn enkele tientallen MetroFriends welkom bij het Metropole Orkest, dat o.l.v. Vince Mendoza repeteert voor de productie "New York Themes". Het orkest is sterk uitgebreid (een symfonische bezetting): bij de houtblazers 2 Fl + 2 Ob + 3 Fag + CFag, 4 FHn, in de strijkers 20 Vln + 7 Va + 8 Vc + 5 Cb, 4 man voor slagwerk en percussie.

MO manager Henk Schepers opent met mededelingen over MCO acties m.b.t. het concept-regeerakkoord (zie 30 september 2010 op deze pagina). Dan leidt Vince Mendoza de repetitie in. De rode draad in deze productie is: "Composers that are associated with New York: Bernstein, Ellington, Gershwin and Schuller. It turns out that all the pieces have common style elements: syncopation, jazz, the blues and a sense of improvisation."

Als eerste klinkt een symfonische suite uit de filmmuziek voor Elia Kazan's On the Waterfront (Leonard Bernstein). Dit meerdelige werk vertoont de voor filmmuziek karakteristieke contrasten (veel Copland en Strawinsky, wat Puccini en een beetje Bartók). Lyrische, melancholieke sferen wisselen af met marcato en staccato passages vol agressie en pathos (accenten en onregelmatige maatsoorten), ter ondersteuning van dit filmepos over de vakbondsstrijd in de haven van New York. Tegen het einde klinkt de vibrafoon en Vince vraagt zich af of dit West-Coast Jazz element ook in de oorspronkelijke score voorkomt.

In het Piano Concerto in F (Gershwin) speelt een gereduceerde bezetting: big band, 7 houtblazers, 15 strijkers, ritme (Peter Tiehuis banjo en Hans Vroomans op piano en celesta) en slagwerk. Vince Mendoza bespreekt de symfonische orkestratie vs. de voorliggende versie van Ferde Grofé voor het Paul Whiteman Orchestra. Toch verzoekt hij de musici om een eigen interpretatie neer te zetten en voorziert daartoe diverse passages met een Metropole jazz coating.

Een bijzonder moment vormt het aanbieden van een originele poster uit de beginjaren van het orkest (1946) door de weduwe en dochter van een onlangs overleden Vriend van het Metropole Orkest.

De andere stukken voor deze MO productie zijn de Harlem Suite (Ellington, zie ook onder 5 juni 2010) en Rush Hour on 23rd Street (Schuller). Die krijgen vandaag tijdens de repetitie geen aandacht. Het concert is op 16 oktober 2010, 14:15 in de Zaterdagmatinee van het Concertgebouw in Amsterdam.

Donderdag 30 september 2010: Concept Regeerakkoord VVD-CDA

Elke vriend en liefhebber van het Metropole Orkest dient kennis te nemen van het vandaag gepubliceerde document Vrijheid en verantwoordelijkheid, Concept Regeerakkoord VVD-CDA, 30 september 2010. En dan met name de passage over de voornemens m.b.t. de media en de publiek omroep. Lees op p. 34 de volgende zin: Het muziekcentrum voor de omroep wordt afgeschaft.

Sprakeloosheid is de primaire reactie, en ergens gonst er nog een liedje door mijn hoofd: "Send in the clowns..." Genoeg voor vandaag, lijkt me.

Zaterdag 5 juni 2010: "Very Open Rehearsal" in het MCO

Het MO repeteert o.l.v. Vince Mendoza een aantal Duke Ellington suites in bewerkingen van Bill Dobbins en Stefan Behrisch. Een twintigtal Metro Vrienden zit in het orkest en mag vragen stellen. Vince Mendoza verklaart de werkwijze van het MO en de communicatie-spelregels: "Raise your hands, and address me. This week we are doing a Duke Ellington concert with his longer form music for orchestra. As a jazz composer I try to see what his music brings to me, his creative ideas and musical personality. His band was like a university of stars: the notes were written specifically for the guys that played them. Duke is the pinnacle of a jazz composer."

Het openingsstuk is Ko-Ko (1940), een medium swing uit de suite van de onvoltooide opera Boola. Het combineert de Cotton Club jungle style met de blues. De ritmesectie demonstreert een 12-maten major blues in E-flat, dan het minor blues contrast van Ko-Ko. Vince: "There's two trombone solos. The first plays the melody, originally written for valve trombone. It is not easy to perform on the slide trombone. The second is the muted solo, that represents the priest preaching in ceremony." Bart van Lier demonstreert de klank van de Pixie straight mute in combinatie met plunger, op een kwarttoon lager gestemde trombone. Dan belicht Vince de "motives in the strings and saxophones, another characteristic element of the Kansas City blues, followed by the trumpet riffs."

Vervolgens klinkt de trage blues La Scala, She Too Pretty To Be Blue. Vince: "This piece was done in the 1960s, during a tour in Milan. The piece was written in the studio, probably at 10 AM and then recorded at 5 PM. You will recognize another set of blues riffs and motives." De piano is prominent in dit stuk, met strijkers en houtblazers (2Fl, Ob, 3Kl, BKl) achtergronden. Verder korte solo's voor diverse blazers (TS, Tbn, Kl). Bij tweede doorspelen besteden de violen aandacht aan de double time swing passages in het middendeel. Over het snellere en levendig startende Night Creature vertelt Vince: "This piece was originally arranged by Luther Henderson and edited by Gunther Schuller, but the score does not include the typical Ellington effects. So we have to figure out quite a bit the correct phrasing. The strings, the classical players, will have to match with the rhythm section. It is about a shy, blind bug, that prefers to dance in the night, knowing that nobody else can see in the dark." In het middendeel van het arrangement horen we snel afwisselende sferen, imitaties in de houtblazers, tempo- en maatsoortwisselingen en modulaties. Daarna zit het MO duidelijk in the groove. Op een vriendenvraag volgt een uiteenzetting over de interpretatie door het MO, met name van de swing elementen.

Als inleiding op het volgende werk vertelt Vince: "I am puzzled that Duke Ellington in the 1970s never was asked to work with the MO. Because, in that case, Harlem would have been the piece. It is a suite in itself: it reflects the various Harlem moods." Het stuk start relaxed met plunger koper en een solo klarinet. Verderop bevat het een blues. Vince attendeert de gasten wederom op het 12-maten schema. Dan versnelt het stuk aanzienlijk en vertraagt weer tot een soort blues koraal met solo-klarinet. In de strijkers is er veel aandacht voor de swing vs straight 8ste noten passages. Het stuk vervolgt met wat Vince aanduidt als de "New Orleans funeral procession style. All the notes are written out and our challenge is to make them sound like they were improvised, just invented on the spot." Bij tweede doorspelen onstaat enige discussie tussen dirigent en trompettisten over de juiste interpretatie van 'the horse'. Vince: "Take your time, but I think it should go more like i-hi-hi-hiii."

Dan roemt Vince de betekenis van Billy Strayhorn: "One cannot overestimate the contribution that Strayhorn made to the Ellington band repertoire. One piece that Billy did is the Nutcracker Suite (1960); you'll hear the Russian Dance. The other Strayhorn piece we are doing in this concert, is Blood Count." Met deze kraker voor big band eindigt het openbare gedeelte van de generale repetitie.

Woensdag 21 april 2010: Het MO repeteert The Beatles Symphony

Het Metropole Orkest repeteert o.l.v. dirigent Jules Buckley in het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) de Henk Heijink (MO) en Koop Geersing (AVRO) productie The Beatles Symphony. Dit gebeurt t.g.v. de 40-ste verjaardag van het uiteenvallen van de legendarische Liverpoolse popgroep. Naast het MO treden op Bertolf, The Madd, Jon Allen (van de Paul McCartney Academy, UK, vocals en linkshandig gitaar), Henk Hofstede, Frédérique Spigt en Manuela Kemp. De albums Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band en Magical Mystery Tour zijn herbewerkt door Jules Buckley, Martin Fondse, Lutz Häfner, Tom Bakker en Vellu Halkosalmi. Vandaag is de eerste repetitie met solisten. De orkestopstelling in de studio is met de strijkers achter op het toneel en de percussie aan weerszijden vooraan, dicht bij de ritmegroep en de zang.

De repetitie opent met I am the Walrus in 8-ste noten groove (Jules wisselt tussen baton en hand). Na doorspelen is er aandacht voor de interpretatie koper ("No swing, please!") en strijkers (unisono portamento sprongen in violen en celli). Martin Fondse coacht de achtergrondzang. De bridge is in een romantisch idioom met glockenspiel, celesta, strijkers en hoorns. Vervolgens klinkt Fixing a Hole (met shuffle rock feel). Jules herinnert de orkestleden: "Please get your musical machetes out." (hij bespreekt details en wil die terughoren). Prominente effecten in het ritme, met name bas- en elektrische gitaar (resp. Boudewijn Lucas, Lex Bolderdijk en Peter Tiehuis) met neuriënd en scattend herenkoortje. De bridge krijgt een andere groove (let op de ride cymbal van Arno van Nieuwenhuize). Jon Allen wil bij enkele regels steun van de male vocals. Bij de strijkers wordt ter plaatse een syncope ingebouwd (driftig noteren).

Op de lessenaar ligt dan Sgt. Pepper. De paukenpartij wordt snel geverifieerd. Het intro, de overbekende fanfare, dient tevens om Manuela Kemp en The Madd te introduceren voor de uitgebreide zang. Eddy Koopman bedient de laptop met geluidseffecten. In de Reprise (het coda van deze medley) vraagt Jules de zang om: "Balls of steel" bij de tekst: We hope you have enjoyed the show. Dit gaat met een strijkers, hobo en akoestische gitaar bezetting over in I Read the News Today.

Na de koffie vertrekt de Magical Mystery Tour met een stevige groove, lead vocals en perfect articulerende en synchrone trompetsectie. Piano en fluiten lanceren dan Manuela Kemp in The Fool on the Hill. Leo Janssen op blokfluit, begeleid door twee mondharmonica's, heeft ook historische waarde. Het middendeel is voor marcato en staccato quasi-barok contrapunt spelende strijkers, waar de rest van het orkest zich weer bij voegt. Het blijft een indrukwekkend nummer, bij uitstek geschikt voor een orkestrale bewerking. In gereduceerde bezetting klinkt She's Leaving Home: het harp intro gaat over in een melancholieke strijkers achtergrond (let op de subtiele dynamiek en afwisseling van legato en détaché boogvoering). Jules bespreekt nuances in de frasering van de zang en de instrumentale begeleiding. Hij vraagt om niet te jagen: "Don't rush or push it." In When I'm Sixty-Four: worden de klarinetten op scherp gezet en het feestje kan beginnen (markant: drums met brushes, pizzicato bassen en celli, buisklokken in octaaf-unisono met glockenspiel). De ochtendtrip sluit af met de Finale Medley en Hello Goodbye (featuring The Madd, en ook hier weer linkshandige rhythm guitar).

De middagsessie wordt eerst besteed aan fragmenten uit diverse songs. Zo klinken de wereldberoemde piccolo trompetpassages in Penny Lane (die gaan hoger dan IJslandse vulkaanas; leg het vliegverkeer maar weer stil). Jules Buckley kondigt een ruime mate van "butchery" aan (weglatingen, verlengde riffs). Dan een volledige versie van Baby, You're a Rich Man, nog een feature voor The Madd. Bij Your Mother Should Know, voor The Madd, backing vocals en de MO Big Band, vraagt Jules het koper om de karakteristieke Engelse brass band sound.

Het concert is op zaterdag 24 april om 20.15 in Vredenburg Leidsche Rijn. Het evenement wordt voor radio en televisie opgenomen en er is goede hoop op een uitzending van dit historische concert. Er zijn nog kaarten voor deze uitgebreide en indrukwekkende productie. Gaan, want het MO zit in Sgt. Pepper uniform en zoals ze bij defensie zeggen: Tenue correct, vertrouwen gewekt!

Op deze site staat ook een interview met Jules Buckley uit 2009 voor het tijdschrift Metro Friends. Lees het interview met Jules >>

Zaterdag 3 april 2010: Games in Concert (Nederland 3 NCRV)

Het Metropole Orkest o.l.v. Jurjen Hempel speelt muziek uit computer games. Het betreft een compilatie van de 2008 en 2009 edities van Games in Concert vanuit Vredenburg. De hoornsectie is uitgebreid tot 4 man en er is een zangkoor. Solisten: After Forever, Brainpower (rapper), Benjamin Herman (altsaxofoon), Tania Kross (mezzo-sopraan) en Wibi Soerjadi (piano).

De muziek wordt aangevuld met beelden uit het spel op een groot projectiescherm. Hier is de playlist met wat commentaar: 1: Haze (Chris Velasco), symfonische rock met veel slagwerk. 2: Red Alert (Frank Pelacki), met After Forever. Pure hard rock met power chords op elektrische gitaren. Ondersteuning door het koor. 3: Bioshock (Gary Schyman), soloviool intro (Arlia de Ruiter) in arpeggio's met celesta, strijkers- en harpachtergrond, afgewisseld door tutti fortissimo's. 4: Super Mario (Koji Kondo), in een solo pianotranscriptie door een vleugellamme Wibi Soerjadi. Klinkt Rachmaninoff-limits. 5: Donkey Kong (Robin Beanland), met als intro een koraalzetting voor gemengd koor. Next level: een stevige rock beat. De variatie zit in de instrumentatie van het hoofdthema. 6: Overlord II (Michiel van de Bos), percussie intro zet de groove neer en gaat over in orkestraal tutti met dominant koper. Later dubbel tempo ritme. 7: Final Fantasy (Nobou Uematsu), driedelige aria met strijkers- en clavecimbel achtergrond in mix van quasi-barok en romantisch. Middendeel: Fauré, met prominente celli.

De stukken duren maar enkele minuten. De muziek wordt afgewisseld met interviewfragmenten met game componist en gitarist Frank Pelacki, de solisten en spelliefhebbers. Lijst van arrangeurs onleesbaar snel uit beeld. Game Over.

Zondag 28 maart 2010: Dino Saluzzi met de MO strijkers in het Muziekgebouw aan 't IJ

De Argentijnse componist en bandoneonist Dino Saluzzi gaf met de strijkersgroep van het Metropole Orkest (7+7+5+4+2, concertmeester Arlia de Ruiter) op 13 februari 2009 een concert in het Amsterdamse Muziekgebouw aan 't IJ. Het geheel stond onder leiding van dirigent Jules Buckley (linkshandige baton) en is door de NPS voor radio en televisie opgenomen. Deze reportage betreft de uitzending op het digitale tv-kanaal Cultura 24.

Als solisten treden op celliste Anja Lechner (voor deze gelegenheid tevens aanvoerder van de cellogroep) en tenorsaxofonist Felix Saluzzi. Het repertoire is een smaakvolle combinatie van volks- en kunstmuziek. De tango-referenties gaan voorbij de Piazzolla-behandeling (alleen na de pauze hoorde ik even de karakteristieke portamento basloopjes en wat andere ingrediënten). De begeleiding door de strijkers is geraffineerd; veel gebruik van dynamiek, rubato, bewegende lijnen in de middenstemmen en afwisseling tussen solisten en tutti.

Het harmonische idioom is deels tonaal, maar er klinken ook veel uitgebreide, gealtereerde jazzakkoorden, kwartenliggingen en clusters. De klank van de bandoneon mengt erg goed met de strijkers en de solist wordt nergens overstemd door de groep. Het ritme in de volksmuziek wordt voornamelijk gesuggereerd door de articulatie en pizzicato passages in het orkest.

Het programma bevat ook een aantal dialogen tussen de solisten onderling, met name tussen bandoneon en cello (let op passages in hoge posities op de A-snaar, dubbelgrepen, en flageoletten glissandi). In het duet na de pauze is ook de subtiele afwisseling tussen de mogelijke rollen van de cello opmerkelijk (lead melodie, tegenlijnen, bas en harmonie). Het is een ingetogen concert met een uitgesproken kamermuziek-karakter (helaas zonder playlist. Kan nou niemand de titels van de stukken in het beeld mengen? Dat lukt bij ARTE en MEZZO ook).